Lees in het Nederlands | Read in English
BORDERS AND BRIDGES (7)
La Rosa d’Atene
It is a warm day in Barcellona Pozzo di Gotto, northern Sicily. The air is still sweating from yesterday’s thunderstorm, but the sun has already conquered all territory.
As usual, we drive somewhere without knowing exactly what to expect. An appointment made via friends of friends who know someone …. After an hour and a half’s drive, two long-drawn-out coffee stops and at least an hour’s delay, we arrive at Leopoldo Verona’s house with three cars of musicians and instruments.
Leopoldo is a poet and musician who lives in the Fiumara di Piraino valley, in a place called “Cantu Siretu”.
He waits for us on the street, welcomes friends and strangers alike warmly, and accompanies us in his garden. It’s not just a little garden, but a green paradise where orange, lemon and olive trees provide shade, where sheep roam the many meadows and little squares, where an old stone house in the garden is now used for the service of two lawns for small concerts, where every shady corner gives space to a few chairs so that you can always find a place to lie down and enjoy the peace and nature.
The long table in the garden invites us to sit down. Leopoldo brings water, soft drinks, fresh grapes and a beer to quench our thirst. A little overwhelmed but also happy with our company, he joins us at the table to tell his story. A story about melancholy.
“When I think of melancholy, in music or in my poetry, I think of my parents,” he begins. “We are here in the garden where I grew up, and there is my parents’ house.” He indicates a building beyond the garden, which has stood the test of time. Stones houses do not decompose quickly.
“My parents, that’s a special story. My mother was a Greek women who ran her grandfather’s farm in the Peloponnese; a skilled horsewoman who loved hunting and playing the violin. My father was an Italian master shoemaker. They met each other during the war.
My father had seen my mother, and one day he came to ask for her hand at my grandparents’ house. When my grandmother told my mother, she reacted by saying ‘An Italian! But that is the enemy!’. But my grandmother gave her blessing: ‘Italians, Germans, Greeks…they will all be united’.
My father was sure of himself: when my mother fell ill one day, he brought her a rose. No kiss or embrace between them, he just gave her a handshake but strong and determined to confirm he wanted to stay with her, and the rose would protect her. The morning after they got engaged, with the blessing of the grandparents, my father returned to Sicily.
Because of the war, they lived apart for three years. The distance was large, and although a marriage between a Greek and an Italian was by no means a foregone conclusion in those days, they kept waiting for each other. They wrote each other letters, which they always signed with: ‘a firm handshake’.”
An orange falls from a tree, Leopoldo picks it up and interrupts his story. Sebastiano, a musician and fruit grower, tells how oranges in Sicily ripen not once but twice: they ripen once in spring, then turn green again and ripen a second time in summer. That is why Sicily (and not Spain!) has the best and sweetest oranges. Leopoldo picks up some more oranges to hand out to everyone. We agree, they taste very sweet.
“The kiss…”, continues Leopoldo, “the kiss came only later, after 3 years with only letters. But the love between my parents was so unique that it could endure so much distance and time. Only in July 1948, at the end of the war that caused so much mourning and destruction, they finally found themselves together in Sicily and got married in Palermo in the Catholic church of Martorana of the Orthodox rite.
My mother called my father ‘amore mio’, my father called my mother ‘zuccarata’. It has been like this all my live. We have never been rich, but we were rich in love and happiness. I remember as a child lots of love, books, music and happiness….”
Leopoldo has to pause, a tear rolls down his cheek. We feel the emotion and he gets a hug from someone. It is a warm moment.
He finds a second breath, and continues talking about his mother: “My father died earlier, but my mother never cried, she was a very strong woman. Her nickname in the village was ‘the Greek’ but we love to call her ‘Rosa d’Atene’. Mum lived as if in a dream, but her dream changed reality. Even when there was no money or at other times when things were difficult, my mother always remained positive.” Leopoldo goes on to explain how his mother remained Greek Orthodox all her life, even in what was then still a very Catholic Italy. She did not want to change her faith, and lived with it in silence, with great fervor at the same time. But when she died, a vigil was held for her in the Catholic church, at which Leopoldo, his brother and sisters sang for their mother and composed a song for her.
“And so, in music and in poetry, in this garden and in our hearts, my parents will always be with us,” Leopoldo concludes his story.
In the meantime the sun has moved a few meters in the sky, the instruments are unpacked and we play music together for a whole afternoon. A lullaby written for a friend’s daughter, Ci tu lu dissi by Rosa Balistreri, a Sicilian version of Mercedes Sosa’s Todo Cambia … many styles and stories pass by.
This afternoon in Leopoldo’s paradisiacal garden and the beautiful story about his parents teaches me again that music is a wonderful medium to share experiences and emotions; to capture time as well, although that’s an illusion. Perhaps it can be compared to the ripening of Sicilian oranges: experiences ripen in music not just once, but two, three, …countless times. And that is why it is possible that melancholic music, written by an experience of loss or impossible desire, eventually tastes so sweet.
GRENZEN EN BRUGGEN (7)
La Rosa d’Atene
Het is een warme dag in Barcellona Pozzo di Gotto, Noord-Sicilië. De lucht zweet nog na van het onweer gisteren, maar de zon heeft alweer alle terrein veroverd.
We rijden zoals gebruikelijk ergens naartoe zonder exact te weten wat ons te wachten staat.
Een afspraak gemaakt via vrienden van vrienden die iemand kennen ….Na anderhalf uur rijden, twee lang uitgesponnen koffiestops en minstens een uur vertraging, komen we met drie wagens muzikanten en instrumenten aan bij het huis van Leopoldo Verona.
Leopoldo is een dichter en muzikant die in de vallei van Fiumara di Piraino woont, op een plek die gekend is als “Cantu Siretu”.
Hij staat ons op te wachten op straat, verwelkomt vrienden en vreemdelingen even hartelijk, en neemt ons mee naar zijn tuin. Het is niet zomaar een tuintje, maar een groen paradijs waar sinaasappel-, citroenen-, en olijfbomen voor schaduw zorgen, waar schapen zomaar wat rondlopen op de vele grasvelden en pleintjes, waar een oud huisje in de tuin momenteel gebruikt wordt voor de bediening van kleine concerten op twee graspleinen, waar elk plekje schaduw plaats geeft aan enkele stoelen zodat je je altijd wel érgens kan neervlijen om te genieten van de rust en de natuur.
De lange tafel in de tuin nodigt ons uit om te gaan zitten. Leopoldo brengt water, frisdrank, verse druiven en een biertje voor de dorst. Een beetje overdonderd maar ook maar blij met ons gezelschap, komt hij mee aan tafel zitten om zijn verhaal te vertellen. Een verhaal over melancholie.
“Als ik denk aan melancholie, in de muziek of in mijn poëzie, dan denk ik aan mijn ouders”, zo begint hij. “We zitten hier in de tuin waar ik opgegroeid ben, en daar is het huis van mijn ouders”. Hij wijst naar een oud gebouw achterin de tuin, dat de tand des tijds behoorlijk heeft doorstaan. Stenen huizen vergaan niet zo snel.
“Mijn ouders, dat is een speciaal verhaal. Mijn moeder was een Griekse vrouw die de boerderij van haar grootvader in de Peloponnesos runde; een bedreven paardrijdster die hield van jagen en vioolspelen. Mijn vader was een Italiaanse meester-schoenmaker. Ze ontmoetten elkaar tijdens de oorlog.
Mijn vader had mijn moeder gezien, en op een dag kwam hij haar hand vragen bij mijn grootouders thuis. Toen mijn grootmoeder het mijn moeder vertelde, reageerde ze met de woorden: ‘Een Italiaan! Maar dat is de vijand!’. Maar mijn grootmoeder gaf haar zegen: ‘Italianen, Duitsers, Grieken…ze zullen allemaal verenigd zijn’.
Mijn vader was zeker van zijn stuk: toen mijn moeder op een dag ziek werd, bracht hij haar een roos. Een kus of omhelzing was er niet bij, hij gaf haar enkel een handdruk, maar sterk en vastberaden om te bevestigen dat hij bij haar wilde blijven, en de roos zou haar beschermen. De ochtend na hun verloving, met de zegen van de grootouders, keerde mijn vader terug naar Sicilië.
Door de oorlog leefden ze drie jaar gescheiden van elkaar. De afstand was groot, en hoewel een huwelijk tussen een Griek en een Italiaan in die tijd bepaald niet vanzelfsprekend was, bleven ze op elkaar wachten. Ze schreven elkaar brieven, die ze telkens ondertekenden met: ‘een stevige handdruk’.”
Een sinaasappel valt van een boom, Leopoldo raapt hem op en onderbreekt zijn verhaal. Sebastiano, een muzikant en fruitkweker, vertelt hoe de sinaasappels in Sicilië niet één keer maar twee keer rijpen: ze rijpen eens in het voorjaar, worden dan weer groen en rijpen een tweede keer in de zomer. Daarom heeft Sicilië, (en niet Spanje!), dé beste en zoetste sinaasappels. Leopoldo plukt nog wat sinaasappels om uit te delen aan iedereen.
We zijn het erover eens, ze smaken erg zoet en lekker.
“De kus…”, vervolgt Leopoldo, “de kus is er maar later gekomen, na 3 jaar met enkel brieven. Maar de liefde tussen mijn ouders was zo uniek, dat ze zo’n afstand en tijd aankon. Pas in juli 1948, aan het einde van de oorlog die zoveel rouw en verwoesting had veroorzaakt, vonden ze elkaar eindelijk terug op Sicilië en trouwden ze in Palermo in de katholieke kerk van Martorana, volgens de orthodoxe ritus.
Mijn moeder noemde mijn vader ‘amore mio’, mijn vader noemde mijn moeder ‘zuccarata’. Zo is het mijn hele leven geweest. We zijn nooit rijk geweest, maar we waren rijk aan liefde en geluk. Ik herinner me als kind veel liefde, boeken, muziek en geluk….”
Leopoldo moet even pauzeren, een traan rolt over zijn wang. We voelen de emotie mee en hij krijgt een knuffel van iemand. Het is een warm moment.
Hij vindt een tweede adem, en vertelt verder over z’n moeder: “Mijn vader is vroeger gestorven, maar mijn mama heeft nooit geweend, ze was een heel sterke vrouw. Haar bijnaam in het dorp was ‘de Griekse’, maar wij noemen haar graag ‘Rosa d’Atene’. Mama leefde als in een droom, maar haar droom veranderde de werkelijkheid. Zelfs als er geen geld was of op andere momenten wanneer het moeilijk ging, bleef mijn moeder altijd positief.”
Leopoldo vertelt nog hoe z’n moeder haar hele leven Grieks-orthodox is gebleven, en dat in het toen nog erg katholieke Italië. Ze wilde haar geloof niet veranderen, en leefde daar in alle stilte mee, met grote vurigheid tegelijkertijd. Maar toen ze stierf werd in de katholieke kerk een wake voor haar gehouden, waarop Leopoldo, z’n broer en zussen gezongen hebben voor hun moeder en een lied voor haar componeerden.
“En zo, in de muziek en in de poëzie, in deze tuin en in ons hart, zullen mijn ouders altijd bij ons zijn”, besluit Leopoldo zijn verhaal.
De zon is inmiddels enkele meters opgeschoven aan de hemel, de instrumenten worden uitgepakt en we spelen een hele namiddag samen muziek. Een zelfgeschreven slaapliedje voor de dochter van een vriend, Ci tu lu dissi van Rosa Balistreri, een Siciliaanse versie van Mercedes Sosa’s Todo Cambia …veel stijlen en verhalen passeren de revue.
Deze middag in de paradijselijke tuin van Leopoldo en het mooie verhaal over z’n ouders leert me opnieuw dat muziek een prachtig medium is om ervaringen en emoties te delen; om de tijd te vangen ook, al is dat een illusie. Misschien is het wel te vergelijken met het rijpen van de Siciliaanse sinaasappels: ervaringen rijpen in de muziek niet slechts één keer, maar twee, drie, …ontelbare keren. En daarom is het mogelijk dat melancholische muziek, geschreven vanuit een ervaring van verlies of onmogelijk verlangen, uiteindelijk toch zoet smaakt.
- Cantu Siretu, Fiumara di Piraino, Sicily (Italy)